Publicatie : 2003-10-02
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
4 SEPTEMBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende bepaling van de aanvullende criteria volgens dewelke de vergunningsaanvragen voor het exploiteren van een taxidienst onderzocht worden alsook, van de vorm en de inhoud van het bericht bestemd voor het publiek en van de onderzoeksprocedure van de aanvragen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001, inzonderheid artikel 6, § 1e, X, 8°;
Gelet op de Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd bij de Ordonnantie van 11 juli 2002, inzonderheid artikel 5, lid 6;
Gelet op de richtlijn 98/69/CE van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van richtlijn 70/220/CEE:
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2002 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, inzonderheid de artikelen 50 tot 54;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 september 2003 tot vaststelling van het maximum aantal voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 35592/4 gegeven op 2 juli 2003;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, tot wiens bevoegdheden de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, behoren;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, dient er onder de hierna vermelde termen het volgende verstaan te worden :
1. " de ordonnantie " : de ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, gewijzigd bij de Ordonnantie van 11 juli 2002;
2. " gewone voertuigen " : de voertuigen die geëxploiteerd worden als taxi op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die beantwoorden aan de bepalingen neergelegd in artikel 1, 1°, van het besluit van de Regering tot vaststelling van het maximum aantal voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
3. " gemengde voertuigen " : de voertuigen die geëxploiteerd worden als taxi op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die beantwoorden aan de bepalingen neergelegd in artikel 1, 2°, van het besluit van de Regering tot vaststelling van het maximum aantal voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
4. " telefooncentrale " : iedere operator die de telefonische oproepen van de klanten centraliseert en de bestelde taxiritten toevertrouwd aan de verschillende exploitanten van taxidiensten die erbij aangesloten zijn;
5. " brandstofverbruikgids " : een verzameling van de officiële brandstofverbruikgegevens en de officiële specifieke CO2-uitstoot voor ieder model dat op de markt voor nieuwe auto's verkrijgbaar is, zoals opgesteld overeenkomstig de federale wet terzake, thans het koninklijk besluit van 5 september 2001 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's;
6. " Euronormen " : maximum drempels betreffende de concentratie van bepaalde vervuilende stoffen in de uitlaatgassen van de autovoertuigen zoals bepaald in de Europese richtlijn, op dit ogenblik richtlijn 98/69/CE van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van richtlijn 70/220/CEE.
Art. 2. Wanneer zij het nodig acht om nieuwe exploitatievergunningen af te leveren of reeds uitgereikte vergunningen uit te breiden binnen de maximumgrenzen vastgelegd krachtens artikel 5, lid 3, van de ordonnantie, publiceert de Regering een bericht bestemd voor het publiek in het Belgisch Staatsblad .
Het bericht verschijnt in het Belgisch Staatsblad onder de titel : " Voertuigen die als taxi geëxploiteerd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Oproep tot exploitanten van een taxidienst of tot kandidaat-exploitanten van een taxidienst ".
In dit bericht worden de categorie en het aantal voertuigen bepaald waarvoor er één of meerdere nieuwe exploitatievergunningen aan nieuwe exploitanten kunnen worden uitgereikt of waarvoor één of meerdere reeds uitgereikte exploitatievergunningen kunnen worden uitgebreid, evenals de indieningvoorwaarden waaraan de projecten voor de exploitatie van deze beschikbare voertuigen moeten voldoen en de criteria volgens dewelke de kandidaturen onderzocht zullen worden en zoals neergelegd in onderhavig besluit.
Art. 3. De aanvragen middels dewelke iemand om een vergunning verzoekt voor het exploiteren van taxivoertuigen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in antwoord op het bericht bedoeld in artikel 2, dienen ingediend te worden binnen een termijn van vijftien werkdagen, ingaand vanaf de eerste werkdag volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad van voornoemd bericht.
Art. 4. De aanvragen dienen ingediend te worden overeenkomstig de artikelen 50 en volgende van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2002 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.
De aanvragen dienen bovendien melding te maken van alle elementen en vergezeld te zijn van alle documenten die het mogelijk maken om de aanvraag te onderzoeken uit hoofde van de criteria neergelegd in de artikelen 6 en 7.
Alle stukken die bij de aanvraag gevoegd zijn, dienen door de aanvrager gedateerd en ondertekend te worden.
Art. 5. Na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 3, worden de aanvragen onderzocht, en in voorkomend geval, vergeleken uit hoofde van de criteria bedoeld in de artikelen 6 en 7.
Het onderzoek, en in voorkomend geval de vergelijking van de aanvragen, wordt voorbereid door een jury belast met het uitbrengen van een advies. De leden van voormelde jury worden door de Regering aangewezen rekening houdend met hun ervaring of bijzondere kennis in verhouding tot de onderzoekscriteria van de aanvragen. Hij bestaat uit vijf leden waarvan twee vertegenwoordigers van de Directie Taxi's en drie effectieve leden die zetelen in het Gewestelijk Adviescomité voor de taxi's en huurvoertuigen met chauffeur, waarvan er een de gebruikers van het vervoer vertegenwoordigt.
Daarenboven wordt er voor elk lid een plaatsvervanger aangewezen.
Art. 6. Bij het onderzoek van de aanvragen met betrekking tot de exploitatie van gewone voertuigen, wordt er rekening gehouden met de voorwaarden opgelegd door de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten, alsook met de verschillende hierna vermelde criteria :
1. de kenmerken op het vlak van het comfort dat aan de klanten geboden wordt, inzonderheid de wielbasis, de hoogte tussen de achterzetel en het plafond, de breedte van de achterdeuren, de hoogte van de carrosserie, de kofferinhoud, de kwaliteit van de zetelbekleding, de al dan niet aanwezigheid van klimaatregeling; dienaangaande dient de aanvrager alle documenten betreffende de comfortkenmerken van het voertuig bij zijn aanvraag te voegen;
2. het feit of het voertuig dat geëxploiteerd zou worden nieuw is of de datum van de eerste in verkeerstelling ervan; dienaangaande dient de aanvrager elk document dat hierop betrekking heeft, bij zijn aanvraag te voegen;
3. de kenmerken van het voertuig op het vlak van de veroorzaakte luchtverontreiniging, de voertuigen voorgesteld door de aanvragers worden immers vergeleken op basis van de CO2-uitstoot zoals vermeld in de brandstofverbruikgids en op basis van de Euronormen met betrekking tot de uitlaatgassen; dienaangaande dient de aanvrager een afschrift van het Europees gelijkvormigheidsattest betreffende het voertuig bij zijn aanvraag te voegen;
4. de graad van ontwikkeling en vermogen van de taxameter waarmee het voertuig zou uitgerust worden, zoals de aansluiting op een kredietkaartlezer, een geheugenmodule of een computer; dienaangaande dient de aanvrager elke toelichting en alle documenten die op dit criterium betrekking hebben, bij zijn aanvraag te voegen;
5. de exploitatievoorwaarden die door de aanvrager voorgesteld worden, inzonderheid aangaande het financieel plan, het beheerplan, de terbeschikkingstelling van het voertuig aan het publiek en het aantal chauffeurs dat ingezet zou worden om het voertuig te besturen.
Voor de verschillende voormelde criteria worden er punten en wegingcoëfficiënten toegekend; deze worden nader bepaald in het in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde bericht, dit uit hoofde van de bijzondere behoeften op het ogenblik van voornoemde publicatie.
Art. 7. Bij het onderzoek van de aanvragen met betrekking tot de exploitatie van gemengde voertuigen, wordt er rekening gehouden met de voorwaarden opgelegd door de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten, alsook met de verschillende hierna vermelde criteria :
1. het overeenstemmen van het voorgestelde voertuig met alle bepalingen neergelegd in artikel 1e, 2°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 september 2003 tot vaststelling van het maximum aantal voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
2. de kenmerken op het vlak van het comfort dat aan de klanten geboden wordt, inzonderheid de wielbasis, de hoogte tussen de achterzetel en het plafond, de breedte van de achterdeuren, de hoogte van de carrosserie, de kofferinhoud, de kwaliteit van de zetelbekleding, de al dan niet aanwezigheid van klimaatregeling; dienaangaande dient de aanvrager alle documenten betreffende de comfortkenmerken van het voertuig bij zijn aanvraag te voegen;
3. het feit of het voertuig dat geëxploiteerd zou worden nieuw is of de datum van de eerste in verkeerstelling ervan; dienaangaande dient de aanvrager elk document dat hierop betrekking heeft, bij zijn aanvraag te voegen;
4. de kenmerken van het voertuig op het vlak van de veroorzaakte luchtverontreiniging, de voertuigen voorgesteld door de aanvragers worden immers vergeleken op basis van de CO2-uitstoot zoals vermeld in de brandstofverbruikgids en op basis van de Euronormen met betrekking tot de uitlaatgassen; dienaangaande dient de aanvrager een afschrift van het Europees gelijkvormigheidsattest betreffende het voertuig bij zijn aanvraag te voegen;
5. de graad van ontwikkeling en vermogen van de taxameter waarmee het voertuig zou uitgerust worden, zoals de aansluiting op een kredietkaartlezer, een geheugenmodule of een computer; dienaangaande dient de aanvrager elke toelichting en alle documenten die op dit criterium betrekking hebben, bij zijn aanvraag te voegen;
6. de exploitatievoorwaarden die door de aanvrager voorgesteld worden, inzonderheid aangaande het financieel plan, het beheerplan, de terbeschikkingstelling van het voertuig aan het publiek en het aantal chauffeurs dat ingezet zou worden om het voertuig te besturen;
7. het al dan niet aangesloten zijn bij een telefooncentrale.
Voor de verschillende voormelde criteria worden er punten en wegingcoëfficiënten toegekend; deze worden nader bepaald in het in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde bericht, dit uit hoofde van de bijzondere behoeften op het ogenblik van voornoemde publicatie.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .
Art. 9. De Minister tot wiens bevoegdheden de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur behoren en de hem toegevoegde Staatssecretaris, worden, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 september 2003.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek,
D. DUCARME