Besluit betreffende belastingen en toekenning premie
Publicatie : 2009-09-08
WAALSE OVERHEIDSDIENST
3 JUNI 2009. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het heffen van belastingen en de toekenning van een premie inzake de uitbating van taxidiensten, het verhuren van voertuigen met chauffeur en collectieve taxidiensten
De Waalse Regering,
Gelet op het decreet van 18 oktober 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 mei 2009;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 31 maart 2009;
Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen gericht aan de Raad van State op 30 april 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is uitgebracht binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,
Besluit :
I. - Begripsomschrijving
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "decreet" : het decreet van 18 oktober 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur;
2° « besluit » : het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2009 houdende toepassing van het decreet van 18 oktober 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten van verhuur van wagens met chauffeur;
3° « Gewest » : het Waalse Gewest;
4° « diensten van de Regering » : de directie van de Waalse Overheidsdienst die voor personenvervoer bevoegd is;
5° « College » : het gemeentecollege van de gemeente waar de uitbater zijn taxidienst uitbaat;
6° « uitbater » : elke natuurlijke of rechtspersoon die een taxidienst, een dienst van verhuur van wagens met chauffeur of een collectieve taxidienst in de zin van artikel 1 van het decreet uitbaat.
II. - Inning van belastingen
Art. 2. De gemeente mag een jaarlijkse belasting van een van maximum 600 euro innen voor elk voertuig vergund door haar College in het kader van een uitbating van een taxidienst onder de voorwaarden bedoeld in artikel 16 van het decreet.
Art. 3. § 1. De diensten van de Regering innen een jaarlijkse belasting voor elk voertuig vergund door de Regering in het kader van een uitbating van een dienst van verhuur van wagens met chauffeur of een collectieve taxidienst onder de voorwaarden bedoeld in artikel 28 van het decreet.
§ 2. Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgelegd op 250 euro per vergund voertuig.
Art. 4. § 1. De in artikel 3 van dit besluit bedoelde belasting wordt geïnd door middel van kohieren.
§ 2. De kohieren worden uitvoerbaar verklaard door de ambtenaar die daartoe door de Regering aangewezen wordt.
Het aanslagbiljet bevat de volgende gegevens :
1° de gegevens van de dienst;
2° de naam, de voornamen en het adres van de belastingplichtige;
3° een verwijzing naar dit besluit;
4° het verschuldigde bedrag;
5° de belastbare periode waarvoor het bedrag verschuldigd is;
6° de aanwijzing van het voertuig;
7° het bankrekeningnummer waarop de belasting moet worden gestort;
8° de uiterste betaaldatum.
Het aanslagbiljet wordt ter kennis van de belastingplichtige gebracht binnen 3 maanden, te rekenen van de uitvoeringsdatum, of voor de eerste keer, bij het afleveren van de vergunning.
§ 3. De belasting dient te worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Voor die betaling dient de belastingplichtige gebruik te maken van de overschrijvingsformulieren die hem door de diensten van de Regering worden verschaft of, indien geen gebruik van de formulieren wordt gemaakt, de gestructureerde mededeling te vermelden waarvan hem kennis is gegeven door de dienst.
§ 4. Bij niet-betaling binnen de in § 3 voorgeschreven termijn wordt een gedateerde herinneringsbrief gestuurd waarin gewag wordt gemaakt van de gegevens bedoeld in § 2.
Een nalatigheidsinterest waarvan de voet gelijk is aan de wettelijke rentevoet is van rechtswege verschuldigd.
Die interest wordt per kalendermaand berekend op de nog verschuldigde som vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de vervaldag.
De gemachtigde ambtenaar kan onder de voorwaarden die hij zelf bepaalt gedeeltelijke of gehele vrijstelling van nalatigheidsinteresten verlenen.
Art. 5. § 1. Indien de in § 3 bedoelde belasting na herinnering niet betaald wordt, zijn de bepalingen van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen van toepassing.
III. - Belastingvermindering voor milieuvriendelijkere voertuigen en voor voertuigen die de integratie van gehandicapte personen bevorderen
Art. 6. De belastingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 van dit besluit worden verminderd met 30 % voor de voertuigen :
- die 15 % biobrandstoffen kunnen gebruiken zoals omschreven in Richtlijn 2003/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer;
- die minder dan 115 gram CO2 per kilometer uitstoten;
- die geschikt zijn voor het vervoer van personen in een rolstoel.
Art. 7. Elke aanvraag tot belastingvermindering in één van de gevallen bedoeld in artikel 6 bevat de volgende gegevens en bijlagen :
1° de volledige identiteit van de uitbater in de zin van artikel 37, 1°, van het besluit;
2° het aantal voertuigen waarvoor de vermindering wordt gevraagd;
3° voor elk voertuig, een afschrift van het conformiteitsattest of van het proces-verbaal van goedkeuring waaruit blijkt dat het erkend is onder één van de voorwaarden bedoeld in artikel 36, tweede en derde lid, van het decreet, of het bewijs dat het geschikt is voor personen in een rolstoel, met name dankzij een verankeringssysteem;
4° de vergunningsakte en het daarbij gevoegde bewijs, afgegeven ofwel door de College, ofwel door de diensten van de Regering, al naar gelang van de uitgebate dienst.
Art. 8. De aanvraag tot vermindering, gedagtekend en ondertekend door de uitbater, of door een persoon belast met het dagelijks bestuur als het om een rechtspersoon gaat, wordt samen met de desbetreffende bijlagen door elk nuttig middel ofwel aan het College, ofwel aan de diensten van de Regering gericht, al naar gelang van de uitgebate dienst.
De aanvraag tot vermindering wordt ingediend binnen vijftien dagen na ontvangst van het aanslagbiljet.
De bevoegde overheid gaat na of de aanvraag volledig is en, zo ja, richt door elk nuttig middel een een bericht van ontvangst aan de aanvrager.
Art. 9. De bevoegde overheid deelt haar beslissing mee binnen een termijn van een maand, die ingaat op de datum van het een bericht van ontvangst.
IV. - Premie voor de aankoop van hybride voertuigen
Art. 10. Overeenkomstig artikel 36, tweede lid, van het decreet, kan binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten een premie aan een uitbater verleend worden bij de aankoop van hybride voertuigen bestemd voor taxidiensten, voor diensten van verhuur van wagens met chauffeur of voor collectieve taxidiensten.
Art. 11. Het bedrag van die premie is vastgelegd op 3.500 euro.
Art. 12. Elke aanvraag van een premie bedoeld in artikel 10 bevat de volgende gegevens en bijlagen :
1° de volledige identiteit van de aanvrager in de zin van artikel 37, 1°, van het besluit;
2° het aantal hybride voertuigen waarvoor de premie wordt aangevraagd;
3° de stukken op grond waarvan de aankoop van hybride voertuigen kan worden bewezen;
4° de vergunningsakte voor de uitbating en het bijgevoegde bewijs, al naar gelang van de dienst afgegeven ofwel door het College ofwel door de diensten van de Regering, met vermelding van het hybride voertuig.
Art. 13. De premieaanvraag, gedagtekend en ondertekend door de uitbater, of door een persoon belast met het dagelijks bestuur als het om een rechtspersoon gaat, wordt samen met de desbetreffende bijlagen door elk nuttig middel aan de diensten van de Regering gericht.
Deze diensten gaan na of de aanvraag volledig is en, zo ja, richten door elk nuttig middel een bericht van ontvangst aan de aanvrager.
Art. 14. De diensten van de Regering voeren de betaling uit binnen drie maanden, te rekenen van de datum van het bericht van ontvangst, met inachtneming van de beschikbare begrotingskredieten.
V. - Slotbepalingen
Art. 15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 16. De Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 3 juni 2009.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,
A. ANTOINE
R. DEMOTTE
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling,
A. ANTOINE